Stichtingen zoals Rockefeller, Ford en Carnegie hebben een belangrijke bijdrage geleverd tot de doorbraak van de Verenigde Staten als wereldmacht. Dat is de conclusie van een onderzoek van Inderjeet Parmar, professor aan de University of Manchester. Hij voert daarbij aan dat deze organisaties al ruim een eeuw een geschiedenis van politieke activiteit hebben, met verbindingen tot helemaal aan de top van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken, het Central Intelligence Agency (CIA) en de National Security Council (NSC).
“Hoewel deze stichtingen vandaag een positieve bijdrage leveren tot de maatschappij, geeft hun geschiedenis duidelijk aan dat onder dat filantropische en progressief uiterlijk vaak een sinistere onderlaag heeft gezeten,” voert Inderjeet Parmar in zijn boek ‘Foundations of the American Century’ aan. “Dat hoeft ook niemand te verbazen wanneer er naar de herkomst van de oprichters van deze fondsen wordt gekeken. Allemaal hadden ze wortels in de opkomst van het Amerikaanse kapitalisme, de gewelddadige strijd tegen de vakbonden en in de politieke corruptie, vooral rond het einde van de negentiende eeuw.”
Werkgroep "George Orwell" 