Huisarts ervaart druk om diagnose ADHD te stellen

Geplaatst: 18 oktober 2012 in Farmaceutische maffia

Vier op de vijf Vlaamse huisartsen ervaren ‘soms’ tot ‘altijd’ druk van de ouders en/of het CLB om de diagnose ADHD te stellen. Het gebruik van rilatine blijft daardoor stijgen.

Dat blijkt uit de masterproef in Beheer en Beleid van de Gezondheidszorg van Stephanie Bogaert (UGent).

In 2011 gaf de ziekteverzekering 5,45 miljoen euro uit voor de terugbetaling van rilatine. ’Het aantal gebruikers dat rilatine neemt buiten de terugbetalingsgroep is echter bijna zo groot als de groep die wel een tussenkomst van de ziekteverzekering ontvangt’, zegt Stephanie Bogaert.

Naar schatting zijn er 66.000 frequente gebruikers van rilatine tussen 6 en 17 jaar, van wie er in 2010 38.000 vergoed werden door de ziekteverzekering. Dat komt neer op meer dan een verdubbeling in vijf jaar tijd.

De voorwaarden tot vergoeding houden onder meer in dat een (kinder)neuroloog, (kinder)psychiater of geneesheer-specialist, die een erkenning verworven heeft in de pediatrische neurologie, eerst de diagnose moet stellen. ‘Vaak ziet men dit gebruik zonder vergoeding dan ook na voorschrift van de huisarts zonder dat er een specialist werd bij betrokken.’

Van de 124 ondervraagde artsen zegt 62,6 procent moeite te hebben met de juiste diagnostiek. ‘Ruim de helft van hen verwijst patiënten hoofdzakelijk door naar de specialist wegens gebrek aan kennis. 80 procent ervaart soms tot altijd druk van de ouders en/of het CLB om zelf de diagnose van ADHD te stellen.’

De studente pleit onder meer voor een betere vorming voor artsen en meer informatie voor ouders en CLB.

De Standaard 

Plaats een reactie